Grensconflicten
Wonen & Mobiliteit

1.1 De olifant in de kamer
Debat, 10.00 – 11.15 uur

De woonopgave is terug van weggeweest. De discussie hierover wordt gedomineerd door kwantitatieve programma’s voor te bouwen woningen. Daardoor raakt de aandacht voor de kwaliteit van de woningbouw ondergesneeuwd. Hoe gaat de verduurzaming van de woningvoorraad er uit zien? Hoe kunnen bewoners worden betrokken bij deze megaoperatie? Wat zijn de mogelijkheden voor lokaal beleid? Hoe is de woningvoorraad bij deze verduurzamingsoperatie betaalbaar te houden?

Hugo Priemus (eminence grise van wetenschappelijk onderzoek in de woningbouw) geeft een inleiding op de problematiek, waarna twee wethouders vertellen hoe zij de ambities in hun gemeenten willen realiseren.
Marja Elsinga (hoogleraar Housing Institutions & Governance TU Delft), Anke van Hal (hoogleraar Sustainable Housing Transformation TU Delft en Universiteit van Nyenrode) en Anne-Jo Visser (programmamanager Energie, gemeente Utrecht) reageren onder leiding van Vincent Kompier (projectleider Architectuur Lokaal) op de voornemens en reiken voorstellen aan ter versterking.

1.2 Minder regels, minder overleg?
Debat, 11.30 – 12.30 uur

Bij initiatieven die zijn gericht op nieuwe organisatievormen voor woningbouw wordt vaak gedacht dat deregulering versnelling van het proces betekent. Maar is dat ook echt zo? En geldt dat ook voor nieuwe ontwikkelvormen, zoals de wooncoöperatie?
Natasja van den Berg (oprichter van Tertium) spreekt hierover met Peter-Michiel Schaap (initiatiefnemer van Het Groninger Woongenootschap) en Ivonne de Nood (vm. gebiedsregisseur Almere Oosterwold). Welke nieuwe mogelijkheden bieden hun initiatieven, en vinden zij nog vertragende factoren op hun weg?
Jan Jaap Kolkman (wethouder van Deventer en ambassadeur Expertteam Eigenbouw van het ministerie BZK) vertelt hoe de gemeente woningbouw ontwikkelt met minder regelgeving. Hoe krijgt hij dat voor elkaar?

Verslaggever van het debat: Martine Bakker

1.3 Bereikbaarheid & mobiliteit
Lezing, 16.00 – 17.00 uur

Eén van de opgaven waarop de startnota van de Nationale Omgevingsvisie zich richt is een toekomstbestendige en bereikbare woon- en werkomgeving. Met de groei van de economie wordt het weer drukker in het openbaar vervoer en op de wegen; zelfs is er steeds vaker sprake van fietsfiles. Maar, stelt de Raad voor de Leefomgeving in zijn advies Van B naar Anders: “Door verstedelijking, bedreigingen van de leefomgevingskwaliteit en de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, veranderen echter de eisen aan mobiliteit. Technologische vernieuwingen zoals de voortgaande elektrificatie en automatisering van vervoersmiddelen, de mogelijkheden en de kracht van digitale platforms en deelsystemen bieden ook kansen voor vernieuwing van de mobiliteit.”
Jeroen Kok (lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, bestuurslid van Architectuur Lokaal) zet de kern van het advies uiteen en licht toe wat dit advies betekent voor gemeenten.